De Raad van State kent voor de eerste maal een schadevergoeding tot herstel toe(Tegen dit arrest werd cassatieberoep aangetekend.) Bij arrest nr. 232.416 van 2 oktober 2015 heeft de Raad van State voor de eerste maal een schadevergoeding tot herstel toegekend aan een verzoekende partij, overeenkomstig artikel 11bis van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.
In 2013 vroeg een beveiligingsonderneming een "identificatiekaart" aan om een bewakingsagent in dienst te nemen. De FOD Binnenlandse Zaken heeft die kaart geweigerd omdat de betrokkene twintig jaar daarvoor een veroordeling opgelopen had. Er werden een beroep tot nietigverklaring en een vordering tot schorsing ingesteld bij de Raad van State. Bij arrest nr. 225.305 van 31 oktober 2013 heeft de Raad de weigeringsbeslissing geschorst, omdat de veroordeling krachtens artikel 619 van het Wetboek van Strafvordering na drie jaar uitgewist was en dus niet meer kon worden aangevoerd tot staving van de weigeringsbeslissing. De FOD Binnenlandse Zaken heeft de weigeringsbeslissing vervolgens op 26 november ingetrokken en heeft op 19 december de gevraagde identificatiekaart toegekend, die op 7 januari 2014 afgegeven is. Bij arrest nr. 228.108 van 24 juli 2014 heeft de Raad van State vastgesteld dat het beroep tot nietigverklaring doelloos geworden was en dat er geen grond meer was om uitspraak te doen. Het loon dat de betrokkene in die tussentijd ontvangen had, was lager dan wat hij zou verdiend hebben als bewakingsagent. Hij heeft een schadevergoeding tot herstel gevorderd om schadeloos te worden gesteld voor die loonderving en voor de geleden morele schade. De Raad van State oordeelt dat het arrest waarin besloten is dat er geen grond was om uitspraak te doen en dat is uitgesproken na 1 juli 2014, de datum van inwerkingtreding van artikel 11bis, een onwettigheid vaststelt en op grond daarvan een vordering tot toekenning van een schadevergoeding tot herstel kon worden ingesteld. De Raad van State wijst de vordering tot herstel van de morele schade af, aangezien die morele schade hersteld is door de schorsing uitgesproken bij arrest nr. 225.305, door de intrekking van de weigering en door de afgifte van een identificatiekaart, maar kent een schadevergoeding toe in overeenstemming met de loonderving en vermeerderd met de gerechtelijke interest. (05/10/2015) |