Besluit van de Brusselse Regering - sociale woningen: vernietiging-lopende zakenBij arrest nr. 234.463 van 21 april 2016 heeft de Raad van State het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2014 houdende de regels die van toepassing zijn op de woningen die door openbare vastgoedoperatoren en door sociale verhuurkantoren te huur worden gesteld, vernietigd. Dat besluit is op 27 juni 2014 vastgesteld. Op dat ogenblik hadden er verkiezingen plaatsgevonden, op 25 mei 2014, en was een nieuw parlement verkozen. Dat nieuw verkozen parlement is voor het eerst op 10 juni 2014 bijeengekomen, maar heeft pas op 20 juli 2014 een nieuwe regering gekozen. De regering die het bestreden besluit heeft vastgesteld, was dus nog altijd de regering die onder de vorige zittingsperiode was gekozen. In het arrest wordt vastgesteld dat de regering geen “parlementaire basis” meer had doordat het parlement waardoor ze was gekozen, ontbonden was. Ze moest haar optreden dus beperken tot de afhandeling van de lopende zaken in afwachting dat het parlement dat na de verkiezingen van 25 mei 2014 was gevormd, een nieuwe regering had gekozen. Het bestreden besluit valt echter niet onder het begrip “lopende zaken”. Het gaat immers noch om een maatregel van dagelijks bestuur, noch om een dringende aangelegenheid, noch om een zaak die de normale voortzetting is van een voor de ontbinding van het parlement regelmatig ingestelde procedure en die vervolgens zonder ongebruikelijke spoed is afgehandeld. Voorts vermeldt het arrest dat de afdeling Wetgeving van de Raad van State de Brusselse Hoofdstedelijke Regering er in een advies over het ontwerp van het besluit dat voor de afdeling Bestuursrechtspraak is bestreden, reeds had op gewezen dat ze als gevolg van de verkiezingen van 25 mei 2014, vanaf die datum tot aan de vorming van een nieuwe regering niet over de volheid van haar bevoegdheid beschikte. (21/04/2016) |