Derde weigering van de Vlaamse Regering om Damien Thiéry te benoemenOp 29 februari 2016 heeft de gemeenteraad van Linkebeek Damien Thiéry een derde maal aan de Vlaamse Regering voorgedragen als kandidaat voor het burgemeesterschap. Ditmaal heeft de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding twee beslissingen genomen: bij de eerste beslissing, die van 1 maart 2016 dateert, is het besluit van 29 februari 2016 van de gemeenteraad van Linkebeek vernietigd en bij de tweede beslissing, die van 21 april 2016 dateert, is geweigerd Damien Thiéry te benoemen als burgemeester van Linkebeek.
Damien Thiéry heeft tegen die beslissingen twee beroepen ingesteld waarover de Raad van State uitspraak heeft gedaan in arrest nr. 237.211 van 30 januari 2017.
In de eerste plaats is de vraag gerezen of de algemene vergadering van de afdeling Bestuursrechtspraak bevoegd was om van die beroepen kennis te nemen. In haar arrest beslist de algemene vergadering dat zij, krachtens artikel 13bis van de Nieuwe Gemeentewet dat in 2012 is ingevoegd, wel degelijk bevoegd is tot het beslechten van geschillen inzake de niet-benoeming van de burgemeesters van de randgemeenten van wie de voordracht bevestigd is door de gemeenteraad.
De algemene vergadering gaat uit van de vaststelling dat het de bedoeling van de Grondwetgever en de wetgever was om een einde te maken aan de “carrousels” en te streven naar communautaire vrede. Daaruit leidt zij twee gevolgen af die nauw met elkaar verbonden zijn.
Het eerste gevolg is dat de Vlaamse Regering niet meer rechtmatig een door de gemeenteraad van Linkebeek bevestigde voordracht van een kandidaat-burgemeester voor de periode ná de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 zou kunnen weigeren op grond van een overtreding van de taalwetgeving of van de instructies van de Vlaamse Regering ter zake die nog dateert van vóór de inwerkingtreding van artikel 13bis van de Nieuwe Gemeentewet op 14 oktober 2012, tenzij aan de hand van nieuwe, concrete en verifieerbare gegevens redelijkerwijze aannemelijk zou worden gemaakt dat die uit het verleden daterende overtreding van de taalwetgeving of van de instructies van de Vlaamse Regering ook nu nog relevant is.
Het tweede gevolg heeft betrekking op de ontvankelijkheid van beide beroepen. Zo merkt de algemene vergadering op dat Damien Thiéry reeds tweemaal is voorgedragen en dat in twee arresten de eerdere beslissingen van de Vlaamse Regering houdende weigering om hem te benoemen bevestigd zijn. Artikel 13bis van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt evenwel dat, wanneer de Raad van State de beslissing van de Vlaamse Regering tot weigering van de benoeming bevestigt, “deze definitief [wordt]” en dat “de gemeenteraad (…) vanaf de datum waarop de beslissing tot weigering definitief is geworden [over dertig dagen beschikt] om door een stemming een nieuwe voordrachtsakte te bevestigen”. Na het tweede arrest van de algemene vergadering van 18 december 2014 heeft de gemeenteraad van Linkebeek op 29 februari 2016 een derde voordracht van de kandidatuur van Damien Thiéry bevestigd en die nieuwe bevestigde voordracht heeft plaatsgevonden na het ontslag van de leden van de meerderheid van de gemeenteraad, na een nieuwe gedeeltelijke verkiezing en na verloop van een termijn van duidelijk meer dan dertig dagen.
De algemene vergadering heeft geoordeeld dat het feit dat de gemeenteraad er, zelfs na haar tweede arrest, in volhardt om verzoeker voor te dragen voor de functie van burgemeester en die handelwijze om een nieuwe situatie in het leven te roepen, niet overeenstemmen met de wil van de wetgever om een einde te maken aan de carrousels. Ze kunnen in deze gemeentelijke bestuursperiode dan ook niet tot een benoeming van betrokkene leiden.
De algemene vergadering concludeert daaruit dat beide beroepen niet ontvankelijk zijn en moeten worden verworpen. (30/01/2017) |